Alle begin is moeilijk“Hij is net zo vriendelijk als hij eruitziet: de nieuwe Hyundai Accent.”

Hemel, schreef ik dat echt?

“In (te) snel genomen bochten verliezen de voorwielen het eerst hun grip. Dat zal de bestuurder ertoe brengen het gas los te laten, zodat de Accent veilig zijn weg vervolgt.”

Help!

In 2006 begon ik bij een groot redactiebureau dat voornamelijk over auto’s en aanverwante zaken schreef – de droombaan voor iedere 21-jarige die autojournalist wil worden. En zo kwam het dat ik op een dag de sleutels in handen kreeg gedrukt van een auto die door de Hyundai-importeur bij het kantoor op de oprit was achtergelaten. Mijn eerste testauto.

Ik had daarvoor wel vaker een auto uit een persvloot gereden, maar altijd om allerlei logistieke redenen: halen en brengen, de fotodag van een multitest waarbij meerdere chauffeurs nodig waren, noem het maar. Deze keer was anders: ik moest er ook een verhaal over schrijven, bedoeld voor publicatie in allerlei huis-aan-huiskranten. En dat viel me echt niet mee.

Het autootje in kwestie was een vierdeurs Hyundai Accent van een toen nieuwe generatie. Nu was en ben ik een omnivoor op autogebied maar ergens had ik toch wat dedain voor dit suffige wagentje. Ik snapte Hyundai ook niet helemaal omdat dat merk juist te kennen had gegeven een punt te willen zetten achter al die kiloknallerij en met serieuze auto’s te willen komen. En toen kwam dus deze Accent, als vanouds een compact ding met relatief veel ruimte voor echt heel weinig geld en absoluut nul pretenties. Een auto die je niet naar wens bestelt, maar simpelweg uit de voorraad selecteert. Veel keuze was er ook niet met maar twee motoren en vijf kleuren, plus nog een handjevol uitrustingsvarianten. De importeur had er zelf een standaard aftermarket radiootje met cd-speler in geprikt. Een geïntegreerd audiosysteem, toch al heel gebruikelijk in die tijd, was niet aan de Accent besteed.

'Houd het netjes', ja, goed gespot van deze amateurfotograaf

‘Houd het netjes’, ja, goed gespot van deze amateurfotograaf

Ik weet nog dat ik heel erg mijn best heb gedaan om iets van de Accent te vinden, of het nu positief was, of negatief, of het nu wel of niet op papier zou komen. Maar dat lukte niet. Het heeft me ook de grootste moeite gekost om er 400 woorden aan vuil te maken. Dat blijkt ook wel uit mijn tekst, die vooral heel staccato van het ene feit naar het andere gaat. Voor de fotootjes ben ik op een druilerige avond de polder in getrokken. Een autofotograaf zal ik nooit worden, dacht ik toen al, en dat denk ik nog steeds. Met de schrijverij is het later wel beter geworden.

In 2006 woonde ik nog bij mijn ouders en dat er ineens een ander voertuig op de plaats van mijn oude blauwe Volvo 460 stond, was aanleiding voor mijn buurman om eens te vorsen naar dat kleine Koreaanse gebakje. Tsja, wat kon ik er over zeggen? Het start, stuurt en stopt. De ultieme auto voor mensen die niets met auto’s hebben. Ach, zei mijn buurman, stel je eens voor dat je zelf iemand bent die niets met auto’s heeft maar er wel een nodig heeft. Die is hier helemaal mee in zijn nopjes.

En zo geschiedde. Het verhaal werd ingeleverd, de auto ook. Het resultaat ligt hier voor me, met dank aan mijn oma die het sufferdje altijd zorgvuldig voor me bewaarde. Maar ik heb nooit meer een testauto gehad waar ik zo weinig mee kon.

Als ik nu, acht jaar later dus, een verhaal over dezelfde auto van de AutoWeek-site trek, ben ik toch een beetje gerustgesteld. Ook zij konden er maar weinig mee.