De boog kan niet altijd gespannen zijn. En BMW maakt over het algemeen heel goede en mooie spullen. Maar zo’n X4 hoop ik zo min mogelijk tegen te komen.
Nu ben ik niet zo’n mens van clichés als “de buurman” en “sleutels op de toog”, kortom, wat de ander van je auto zou moeten denken. Maar die vraag stel ik wel heel nadrukkelijk bij deze BMW X4. Want waarvoor zou je in vredesnaam deze auto aanschaffen? Om indruk te maken? Had dan doorgespaard voor ‘the real deal’. De X6, dus. Dat vind ik persoonlijk een rijdende middelvinger, de Hummer van de jaren 2010, maar het is in elk geval een overtuigende middelvinger. Deze X4… nee. Als dit een middelvinger is, dan die van Jochem van Gelder, of van Jan-Peter Balkenende. En dan vind ik het veelzeggend dat BMW in dit stadium uitsluitend plaatjes verspreidt van een X4 met spoilerpakket.
Het scheelt al het nodige dat deze auto is afgeleid van een BMW die ook vrij kleurloos zijn dagen slijt: de X3. Gemiddeld verkoopt BMW er naar eigen zeggen honderdduizend stuks per jaar van, wereldwijd. In Nederland waren het er afgelopen jaar afgerond 900. Deel dat door het aantal dealers (55) en er zal weinig over geklaagd worden. Waarschijnlijk doen de eigenaars dat ook niet. Het gros van de auto’s doet het waarschijnlijk met een modale viercilinder diesel. Deze nieuwe X4 zal daarop geen uitzondering zijn. Vierwielaandrijving is nog standaard, maar het zou me niet verbazen als ook die verplichting in een volgend modeljaar is opgeheven, zodat er nog eens drieduizend euro van de prijs af kan.
Kortom, allemaal heel pragmatisch, zo’n X3. En daarom geloof ik die X4 ook niet. Een X6 – dat is Vladimir Poetin. Een X4 – Guy Verhofstadt. Ik kan er niks anders van maken. Maar ook Steven Spielberg maakt weleens een kutfilm.